English

Trammaterieel

Tram exploitatie begon in 1879 met paardetrams van dezelfde types als ook werden gebruikt in de meeste andere Nederlandse steden. Vanaf 1880 werden ook stoomtrams gebruikt. De eerste electrische trams kwamen in 1905 in dienst. In 1907 waren het stadsnet en de stoomtramlijn naar Schiedam geëlectrificeerd. Alleen op de lijnen naar Hillegersberg en Overschie bleven de paarden nog voor de tram. In de twintiger jaren werd de lijn naar Hillegersberg geëlectrificeerd. De lijn naar Overschie werd, na een korte periode met benzinemotortrams, vervangen door een buslijn.

Het oudste electrische materieel was twee-assig, maar na overname door de gemeente werd een groot aantal vier-assige trams aangeschaft. Deze trams hadden een middenbalkon voor in- en uitstappen en een wandelende conducteur. Ook de eerste trams welke na de oorlog werden gekocht hadden nog deze layout. Halverwege de vijftiger jaren werden moderne trams met passagiers doorstromimg en een zittende conducteur in dienst gesteld. Een deel van deze trams was geleed. In de zestiger jaren werden meer gelede trams aangeschaft en, samen met de opening van de eerste metrolijn, zorgde dit voor de buitendienststelling van de meeste trams welke nog een wandelende conducteur hadden. Slechts een klein aantal werd nog ongeveer 15 jaar gehandhaafd voor spitsuur diensten.

In het begin van de tachtiger jaren kwamen nieuwe trams van een eigen RET ontwerp in dienst, welke de meeste oudere trams vervingen. Het eerste decennium van de 21ste eeuw zag de indienststelling van lagevloer trams van het type Citadis gebouwd door Alstom.

Top of page