English

Duewag

Serie 251-274 (301-324) & 351-386

Dubbelgelede
              DüwagIn 1964-65 werden opnieuw gelede trams aangeschaft. Van de 60 trams waren er 24 enkelgeleed (serie 251-274) en 36 dubbelgeleed (serie 351-386). Het type was een ontwerp van Düwag in Düsseldorf, maar de eerste en middelste wagenbakken werden gebouwd door Werkspoor in Utrecht. De achterste wagenbakken werden door Düwag gebouwd.

In 1975 kregen de 251-274 ook een middenbak (gebouwd door Düwag) en werden, nu genummerd als serie 301-324, gelijk aan de 351-386.

In mei 1976 kregen de 311, 360 & 362 een beschildering ald "Pop" trams. Later volgden ook de 301, 302, 319, 358, 359, 363 en 368.

In 1982-1986 werden vierentwintig middenbakken overgezet in trams van de serie 601-635. Hiervan waren 22 stuks afkomstig uit de serie 301-324. De meeste trams welke hun middenbak waren verloren deden nog gedurende korte tijd dienst als enkelgeleed rijtuig met hun nummer verhoogd met 1000. Aan het eind van de tachtiger jaren werden echter de meeste van de eerste generatie Düwags gesloopt. Een groot deel van de draaistellen en de elektrische installaties werden gebruikt voor de serie 801-850.

De 368, 373 & 385 zij door de RET bewaard voor museumdoeleinden. De 269 (weer enkelgeleed) & 367 gingen naar Amsterdam.

Serie 601-635

Enkelgelede
              Düwag serie 600In 1968-69 werden opnieuw 35 enkelgelede trams van het Düwag type aangeschaft. Hoewel technisch gelijk aan de voorgaande series, waren zij al voorbereid op 1-mans bediening, hadden een extra deur in de achterste wagenbak en waren voorzien van sierstrips. De nummers waren 601-635.

In 1982-1986 werden vierentwintig trams van de serie 601-635 verlengd met middenbakken afkomstig uit de series 301-324 en 351-386. De meeste van deze bakken kwamen uit de 301-324, omdat dit de relatief nieuwste waren.

De nummers van de tot dubbelgelede gewijzigde trams werden verhoogd met duizend.
Halverwege de negentiger jaren werden vijftien dubbelgelede trams gemoderniseerd. Slecht drie niet gemoderniseerde dubbelgelede trams bleven gehandhaafd als reserve.

Van de niet verlengde trams is er een in gebruik voor instructie en zijn er twee door de RET bewaard voor het museum. Ook ging er een naar het Openlucht museum in Arnhem. Twee dubbelgelede trams zijn in Amsterdam.

In maart 2004 zijn de laatste trams van de serie 1600 buiten dienst gesteld.

In mei 2005 zijn 10 trams (1601, 1604, 1611, 1612, 1613, 1615, 1618, 1619, 1621 en 1634) naar Braila (Roemenië) gegaan.

Serie 651-660

Weense tramIn 2001 werden in Wenen tweede hands tien tramrijtuigen van het type E1 aangeschaft om het materieel tekort op te lossen. Bovendien werden twee E-type rijtuigen overgenomen om te dienen als leverancier van reserve onderdelen.

De vroegere Weense E1 rijtuigen 4751, 4753, 4754, 4758, 4759, 4760 en 4764-4767 kregen de RET nummers 651-660, terwijl de E-rijtuigen 4626 en 4629 de 661 en 662 werden. De 651-660 kwamen op 7 januari 2002 in dienst op lijn 2. Sinds de zomer van 2003 zijn deze trams weer buiten dienst gesteld. Met de levering van de nieuwe Citadis trams zijn zij niet langer nodig.

In mei 2005 zijn negen trams (651-655 en 657-660) naar Craiova (Roemenie) gegaan. De 656 was al eerder afgevoerd na een ongeluk.

Technische gegevens

Serie

251-274
351-386
601-635
301-324
1601..1635

Lengte

19.2 m
25.4 m
19.2 m
25.4 m
25.3 m

Gewicht

20.5 t
26.5 t
20.5 t
26.5 t
25.8 t

Zitplaatsen

41
56
41
56
56

Top of page