|
4-assers
Series 401-570 & 1001-1020
In 1929 verschenen 50 nieuwe
motorrijtuigen (401-450) tezamen met 20 bijwagens (1001-1020
1ste serie). Deze bijwagens werden al in 1931 verbouwd tot
motorwagens (451-470). Hetzelfde jaar werden nog 100
motorwagens aangeschaft (471-570) en 20 bijwagens (1001-1020
2e serie), zodat er in totaal 170 motorwagens en 20
bijwagens van dit type waren. Deze trams werden door vier
verschillende fabrieken gebouwd:
- Allan 401-420, 1001-1005 1e serie bijwagens welke
gebruikt werd voor de motorwagens 451-455, 471-510 en
1001-1020 2e serie bijwagens
- Beijnes 1006-1020 1e serie bijwagens welke gebruikt
werd voor de motorwagens 456-470 and 551-570
- Talbot 421-435
- Werkspoor 436-450 en 511-550
Al deze rijtuigen hadden draaistellen en een middenbalkon.
De deuren op de eindbalkons zijn slecht ten behoeve van de
bestuurders, b.v. als een wissel met de hand moet worden
omgelegd. Dit type was het meest voorkomende gedurende 35
jaar en voor veel mensen het meest populaire ooit.
De serie 401-470, welke de zwakste motoren had, ging
omstreeks 1965 uit dienst, de meesten van de serie 471-570
omstreeks 1968, maar enkelen waren beschikbaar tot 1983.
De 404 werd eind vijftiger jaren verbouwd tot
instructierijtuig en genummerd 2101.
Ongeveer 20 rijtuigen werden officieel werkwagens en
genummerd in de 2500 serie. Er werd nauwelijks iets aan
veranderd en soms werden ze weer ingezet in de normale
dienst. Zes stuks werden later verbouwd tot
sneeuwbestrijdingswagens en genummerd in de 2600 serie.
Ongeveer
15 stuks bestaan nog als werk-, excursie of museumwagen,
niet alleen in Rotterdam, maar ook in Amsterdam en Arnhem.
Serie 301-306
In 1943 werden door de werkplaats
van de RET nog vier motorrijtuigen van dit type gebouwd met
gebruikmaking van reserve onderdelen, gevolgd in 1946 door
twee stuks waarbij gebruik werd gemaakt van de resten van
twee bij een bombardement vernielde wagens (540 & 418).
Deze serie 301-306 was in eenrichting uitvoering, waarbij de
achterzijde gelijk was aan de bijwagens 1001-1020. De meeste
van deze rijtuigen gingen in 1968 buiten dienst, de 303 is
bewaard als museumrijtuig.
|